"Van Pools liedje tot passie" - door Mos Mosqueira

Benieuwd naar waarom vrijwilliger Mos zo enthousiast wordt van het Maczek Memorial Breda? Lees dan verder!

U hebt mij misschien al een paar keer in het Memorial gezien of voorbij zien komen op sociale media, maar ik wil me nu als nieuwe vrijwilliger voorstellen en uitleggen wat mij motiveert om in het Memorial te werken.

Mijn naam is Mos Mosqueira. Ik ben 21 jaar en ik ben blind. Ik heb een Mexicaanse vader en een Nederlandse moeder. Ik ben geboren in Breda, in de wijk Haagse Beemden, maar sinds mijn twaalfde woon ik in Prinsenbeek, dat is bevrijd op 30 oktober 1944 door de Polen, een dag na Breda. De rest van mijn Nederlandse familie komt uit Breda, Made en Terheijden, ook door de Polen bevrijd. Ik ben geen nazaat van Poolse oud-strijders.

Op mijn zesde/zevende deed mijn vader een cursus Nederlands. In zijn klas zaten ook een paar Polen, die ik op een dag ontmoette. Die avond ging ik bij een oudtante in Terheijden eten. Ik vertelde het haar en toen zei ze in het Brabants: ‘O, dan wit ik nog wel een Pools liedje.’ Ik ga fonetisch opschrijven hoe ze het zong:

‘Mars, mars, Donbroltski, Zjemni Wolski na Polski,’

Op 4 mei 2009, ik was toen acht, zat ik in de voortuin van mijn opa en oma in Prinsenbeek. In de buurt van hun huis staat de Vredeskapel, ons monument waar de jaarlijkse dodenherdenking wordt gehouden. Ik hoorde de muziekvereniging spelen en van mijn moeder moest ik stil zijn. Later vroeg ik haar waarom wij een dodenherdenking hadden. Zij antwoordde: ‘Omdat de Duitsers hier de baas waren en toen kwamen de Polen en die hebben de Duitsers weggejaagd.’ Ik wist dus eerder van de Polen dan van de andere bevrijders, zoals de Amerikanen, Canadezen en Britten. Op mijn speciale school voor blinden en slechtzienden in Rotterdam hoorde ik later voor het eerst over de hier genoemde nationaliteiten, maar niets over de Polen.

Op latere leeftijd, ongeveer op mijn tiende, raakten mijn oudtante en ik in gesprek over de Tweede Wereldoorlog. Zij heeft de bevrijding heel bewust meegemaakt en ik zat geboeid te luisteren naar haar verhalen. Ze vertelde dat ze met de rest van het gezin op de boerderij van haar opa en oma in de schuilkelder zat en dat ze het kanongebulder bij de Terheijdense brug kon horen. De Polen trokken toen op een gegeven moment Terheijden binnen en deelden chocolade, sigaretten etc. uit. Haar verhalen hebben een blijvende interesse voor de Tweede Wereldoorlog gewekt en die fascinatie is nooit meer weggegaan.

Sinds mijn tiende ben ik elke doden - en vrijheidsherdenking aanwezig bij onze gedenkplaats in het dorp. Naast het Wilhelmus wordt bij ons op 4 mei altijd het Poolse volkslied gespeeld. Toen ik het hier voor het eerst hoorde dacht ik: ‘Hee, dat is het Poolse liedje dat mijn oudtante ooit had gezongen.’ En niet alleen zij, maar ook andere familieleden kenden het lied. Zo had ik een oudoom uit Made, die het lied helemaal uit zijn hoofd kende, omdat hij dit na de oorlog als kind voor de bevrijders had gezongen in een kinderkoor. Bij onze plechtigheden in Prinsenbeek maakte ik voor het eerst kennis met de 1e Poolse Pantserdivisie en generaal Maczek.

Voor mijn eindexamen had ik besloten om een profielwerkstuk te maken over de Poolse bevrijders in de Tweede Wereldoorlog. Tijdens mijn zoektocht op internet kwam ik erachter dat de 1e Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade had meegeholpen bij de Slag om Arnhem. Naast de pantserdivisie heb ik ook deze brigade meegenomen in mijn werkstuk.

Bovendien heb ik in de coronaperiode 2 jaar achter elkaar voor de dodenherdenking filmpjes opgenomen waarin ik het Poolse volkslied zing en op mijn accordeon speel en die staan nog steeds op YouTube. Dit jaar mocht ik het volkslied live zingen en spelen bij de dodenherdenking. Dit alles natuurlijk wel met de correcte Poolse uitspraak.

Vorig jaar heb ik mijn havo-diploma gehaald en ben ik een half jaar gaan revalideren bij het Loo Erf in Apeldoorn, een revalidatiecentrum voor slechtziende en blinde mensen om zelfstandiger te worden. In mijn revalidatieperiode bedacht ik dat ik graag bij het MMB vrijwilliger wilde worden en dat is gelukt! Ze zagen het met mij zitten en mijn visuele beperking was geen enkel probleem. In maart heb ik mijn revalidatie afgesloten en ben ik begonnen als vrijwilliger.

Het is allemaal begonnen met een Pools liedje, maar nu is het vertellen van deze geschiedenis een soort passie geworden. Na eerst meegelopen te hebben met een andere gids zal de bezoeker mij vanaf komende zaterdagochtend zo nu en dan als gids aantreffen. Ik ben blij dat ik hier vrijwilliger ben geworden. Het is een perfect museum voor mij. Alles is logisch ingericht en het gebouw is niet groot. Daarbij voel ik me opgenomen door sympathieke collega’s met dezelfde interesse.

Om het Memorial meer bekendheid te geven komt er binnenkort iemand van de nieuwssite Prinsenbeeknieuws om een artikel over ons museum te schrijven. Ook word ik binnenkort lid van de Vereniging 1e Poolse Pantserdivisie Nederland, die onder andere de herdenking in Breda en Oosterhout organiseert.

In september ga ik beginnen bij Fontys in Tilburg met de HBO-studie Geschiedenisleraar. Misschien ga ik in mijn latere leven een beetje Pools leren. In Nederland kunnen wij nog steeds in vrede en vrijheid leven, onder andere door inspanningen van de generaals Maczek en Sosabowski en hun eenheden. Het is belangrijk dat deze onderbelichte geschiedenis levend gehouden wordt. Daaraan wil ik een bijdrage leveren. Eeuwige dankbaarheid voor deze helden. Dziekujemy Wam Polacy!